In de jaren 1830 probeerde de toen al beroemde dichter Poesjkin een essay over Aleksandr Radisjtsjev en zijn noodlottige boek Reis van Petersburg naar Moskou te publiceren. Radisjtsjev werd voor zijn zwartgallige en maatschappijkritische boek naar Siberië verbannen, maar kreeg onder tsaar Alexander I volledige amnestie, zijn boek evenwel bleef taboe en kon niet heruitgegeven worden.
In zijn essay Reis van Moskou naar Petersburg voert Poesjkin een hevige en geestige polemiek met zijn voorganger, in wie hij een belangrijk schrijver ziet, maar die hij ook te zwaar op de hand en te pathetisch vindt. Hij onderneemt de reis tussen de twee hoofdsteden in omgekeerde volgorde, zet als het ware de reis verder, en raakt ondertussen allerlei onderwerpen aan die hem toen actueel leken.
Poesjkin is voorzichtig lovend, maar ook erg kritisch voor de 18e-eeuwse maatschappijcriticus. De vraag blijft of hij die kritiek serieus bedoelde of dat dit de enige manier was om toch iets gezegd te krijgen over een schrijver die voor de rest doodgezwegen werd. Het essay kon hoe dan ook pas na de dood van Poesjkin gepubliceerd worden.
De tekst is nu voor het eerst vertaald naar het Nederlands en voorzien van uitvoerig commentaar. Een spitante polemiek tussen twee grootheden van de Russische literatuur.
Amsterdam, Pegasus & Stichting Slavische Literatuur, 2016, 133 p. 12 €. Tweetalig.